DCRM 2024
- Beatrixtheater Utrecht
- 7 november 2024 09:00 - 8 november 2024 17:00
Keynotes
Prof. dr. Marcel Levi
Voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), hoogleraar Geneeskunde bij Amsterdam UMC/Universiteit van Amsterdam en Professor of Medicine bij University College London
Prof. dr. Rienk Dekker
Revalidatiearts, plv afdelingshoofd Revalidatiegeneeskunde, Hoogleraar Revalidatiegeneeskunde en Actieve Leefstijl UMC Groningen
Prof. dr. Marcel Levi
Blik op een flexibele toekomst
Nog meer dan bij veel andere publieke en commerciële diensten staat de gezondheidszorg in het brandpunt van de belangstelling. Veel aandacht gaat uit naar de problemen: te weinig personeel, te weinig geld, te hoge werkdruk, wisselende klanttevredenheid en capaciteitsproblemen leidend tot lange wachtlijsten. Maar paradoxaal beleeft de gezondheidszorg tegenwoordig de grootste successen aller tijden waarbij we talloze ernstige aandoeningen met een grote impact op het leven van onze patiënten nu succesvol kunnen behandelen. In feite zijn veel van de grote problemen vooral het gevolg van het succes van de gezondheidszorg. De vraag is natuurlijk hoe we de huidige vraagstukken het beste kunnen aanpakken. En wellicht zullen we ook als professionals moeten veranderen: bijvoorbeeld om met een meer generalistische inslag de multimorbiditeit van steeds ouder wordende patiënten te adresseren. Of door op een andere manier te gaan samenwerken. Recente ervaringen hebben geleerd dat er maar één groep is die in staat is complexe problematiek binnen professionele organisaties op te lossen, en dat is die van de professionals zelf. Alleen zij hebben het overzicht en het inhoudelijke vermogen de noodzakelijke transformaties tot een goed einde te brengen. Dat brengt ons wel op het punt van leiderschap: van wie wordt dat eigenlijk verwacht en op welke manier?
Marcel Levi is voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), hoogleraar Geneeskunde bij Amsterdam UMC/Universiteit van Amsterdam en Professor of Medicine bij University College London. Voorheen was hij Chief Executive bij University College London Hospitals en voorzitter RvB van het AMC in Amsterdam. Hij is tevens actief praktiserend internist. Hij bekleedt verschillende bestuurlijke functies in nationale en internationale organisaties op het gebied van research en gezondheidszorg. Hij heeft ruim 800 wetenschappelijke artikelen gepubliceerd en is lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen en Honorary Fellow van de Royal College of Physicians in de UK. Hij is editor van verschillende wetenschappelijke tijdschriften en auteur van populair-wetenschappelijke/educatieve boeken en columns.
Prof. dr. Jim van Os
Is de ggz zich aan het heruitvinden als mentale revalidatiegeneeskunde?
De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat op een kruispunt. Met groeiende wachtlijsten en een verslechterende mentale gezondheid vraagt de huidige crisis om een radicale heroverweging van onze benaderingen. Tijdens deze lezing zal Jim van Os de vraag verkennen of de GGZ zich kan heruitvinden als een vorm van mentale revalidatiegeneeskunde. Dit houdt in dat we verder kijken dan traditionele medische modellen en ons richten op een ecologische benadering van mentaal welzijn.
Jim zal historische misstappen in de GGZ belichten, waaronder de falende marktwerking, de poging om landelijke kwantitatieve symptoomreductieregistraties in te voeren en recente pogingen in IZA om wachtlijsten aan te pakken door (duur) ggz-personeel te trainen in een ‘normaal gesprek’. Hij benadrukt de noodzaak voor een paradigmaverschuiving van een puur medisch model naar een epistemisch pluralistische aanpak. Hierbij wordt erkend dat psychisch lijden complex is en dat herstel meerdere geldige paden kan bevatten die tegelijkertijd worden bewandeld.
Centraal in zijn presentatie staat het concept van een GGZ-ecosysteem. Dit ecosysteem integreert traditionele behandelmethodes met zelfregiecentra, herstelacademies, digitale platforms, welzijn op recept en lichaamsgerichte benaderingen. Het belang van een gelijkwaardige en waardengedreven samenwerking binnen dit ecosysteem en de verschuiving van de rol van GGZ-professionals van behandelaars naar facilitatoren van herstel zal aan de orde komen.
Deze ontwikkelingen maken duidelijk dat de GGZ en revalidatiegeneeskunde naar elkaar toe groeien, omdat beide disciplines zich steeds meer richten op een holistische en functionele benadering van herstel, waarbij de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van leven en het versterken van persoonlijke capaciteiten in plaats van symptoombeheersing per se.
Jim van Os, geboren in Utrecht in 1960, is hoogleraar Psychiatrie en tevens voorzitter van de Divisie Hersenen aan het UMC Utrecht. Hij is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen als de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Zijn werk richt zich op de kritische evaluatie van het heersende model van psychisch lijden, dat vaak simplistisch wordt voorgesteld als ‘ziek in je hoofd’. Hij betoogt dat deze benadering weinig positieve impact heeft gehad op de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) in de westerse wereld en mogelijk zelfs heeft bijgedragen aan de opvallende toename van psychische aandoeningen onder jongeren.
Van Os ziet de academische psychiatrie en psychologie als ‘pre-wetenschappen’, die dringend behoefte hebben aan meer gelaagde en complexe modellen van psychisch lijden, die rekening houden met de sociaal-collectivistische oorzaken ervan. Hij werpt de cruciale vraag op hoe de ggz georganiseerd moet worden in een samenleving waar de jaarprevalentie van psychisch lijden 25% bedraagt, een vraag die tot op heden onderbelicht is gebleven in het onderzoek.
Jim van Os pleit voor een nieuwe benadering van de ggz, waarbij deze meer gezien wordt als een vorm van mentale revalidatie. Hij stelt voor te leren van het holistische model van de revalidatiegeneeskunde, dat niet alleen de symptomen, maar ook de bredere menselijke ervaring en het functioneren in de samenleving adresseert.
Prof. dr. Rienk Dekker
Revalidatiegeneeskunde leefstijlvol? Concrete mogelijkheden.
Het congres gaat over maatschappelijke veranderingen. Een van die veranderingen betreft de toegenomen aandacht voor gezonde, actieve leefstijl. Een aansprekende uiting hiervan is het Integraal Zorg Akkoord, waarin de overheid aangeeft dat vanaf 1 januari 2025 leefstijl een vast onderdeel moet zijn van de reguliere zorg. Deze toegenomen aandacht komt voort uit onweerlegbaar bewijs dat een gezonde leefstijl effectief is. Maar ook in de zoektocht naar het vinden van een oplossing voor het dreigende personeelstekort in de zorg kan een gezonde leefstijl een rol spelen.
Deze aandacht uit zich onder andere in het uit de grond schieten van heel veel zorginitiatieven, zowel lokaal als landelijk. Ook in de Medisch Specialistische Revalidatie (MSR) krijgt leefstijl steeds meer aandacht. Focus ligt daarbij bijvoorbeeld op het fitter krijgen van onze patiënten en op het stimuleren van gezond gedrag bij onze patiënten. Hoewel er vanuit een aantal revalidatie-instellingen en samenwerkingsverbanden al gewerkt wordt aan het ontwikkelen van fitheids- en leefstijlprogramma’s, ontbreekt het nog vaak aan concrete richtlijnen en aanwijzingen om met leefstijl aan de slag te gaan in de praktijk.
Tijdens de presentatie wordt toegelicht hoe de fitheid van patiënten kan worden getest en bevorderd, afhankelijk van de MSR-setting, van de diagnose en van de financiële mogelijkheden. Daarnaast zal ook aan de hand van een praktische handleiding worden toegelicht hoe leefstijlgedrag van onze patiënten, in de zorgketen, vanuit het ziekenhuis en vanuit het revalidatiecentrum, kan worden bevorderd. Aan het slot van de presentatie zal een aantal praktische handvaten worden gegeven, waarmee in de praktijk (verder) aan de slag kan worden gegaan.
Rienk Dekker werkt als revalidatiearts en hoogleraar Revalidatiegeneeskunde en Actieve Leefstijl in het UMCG in Groningen. Daarnaast heeft hij een aanstelling als gasthoogleraar bij Basalt Revalidatie, Den Haag. In zijn functie als revalidatiearts past hij zoveel mogelijk gezonde actieve gezonde leefstijl toe als medicijn in de patiëntenzorg. Als onderzoeker werkt hij aan het ontwikkelen van nieuwe test- en behandelprogramma’s met fysieke fitheid en actieve leefstijl als aangrijpingspunten, onder het motto: een fittere patiënt revalideert sneller en beter en houdt dat effect langer vast. Daarbij probeert hij samen met collega’s nieuwe manieren te vinden om mensen met een lichamelijke beperking nog meer te motiveren om een gezonde actieve leefstijl aan te nemen en aan te houden. Tegen die achtergrond publiceerde hij meer dan 130 wetenschappelijke artikelen, verwierf diverse (ZonMw) onderzoeksubsidies, begeleidt hij promovendi en maakt hij onderdeel uit van een aantal onderzoekconsortia, zoals het LOFIT en het consortium Kennisagenda Leefstijlinterventies Revalidatiegeneeskunde. Ook is hij nauw betrokken bij een aantal gerelateerde landelijke initiatieven, zoals de AIRe (vereniging Aandachtsgebied Inspanningsfysiologie in de Revalidatiegeneeskunde), de WVBS (geaccrediteerde Werkgroep VRA Bewegen en Sport), Team NL van het NOC&NSF en het National Center Exercise is Medicine. Via gerichte onderwijs- en opleidingsinitiatieven zet hij daarnaast in op het nog meer betrekken van studenten en vakgenoten bij het toepassen van actieve gezonde leefstijl als medicijn.
Prof. dr. Baziel van Engelen
Een bijsluiter van de geneeskunde, een rol voor de revalidatiegeneeskunde?
De praktijk van gezondheidszorg is complex en ambigue.
Enerzijds spelen in die zorg wetenschappelijke inzichten en technologie een cruciale rol: doorgronden wat er met een patiënt aan de hand is, wat eraan vooraf is gegaan, een inschatting kunnen maken hoe het verder gaat, kunnen beoordelen of er iets gedaan kan worden en zo ja, dit kundig uit kunnen voeren (biomedisch perspectief, ziekte als disease).
Anderzijds is er de existentiële dimensie van de ziektebeleving (ziekte als illness). Ziekte kan betekenen dat iemand niet in staat is om zijn of haar leven te blijven leiden zoals hij of zij dat gewend was en dat bij voorkeur zou willen blijven doen. Het kan lijden, pijn, verdriet, ongemak, angst of onzekerheid met zich meebrengen. De ziekte, vooral de chronische ziekte, herinnert aan de kwetsbaarheid en de eindigheid van het menselijk leven.
“Tyranny of het idea of cure”
Hoewel de existentiële dimensie door niemand zal worden ontkend, lijkt een algemene tendens in onze maatschappij te zijn dat de wetenschappelijke en technologische dimensie van zorgverlening in de afgelopen decennia steeds prominenter is geworden, en dat dat ten koste is gegaan van aandacht voor de existentiële dimensie. Dit eenzijdig (disease) perspectief heeft dus een prijs: De “Tyranny of het idea of cure”, de exclusieve aandacht voor de cure, het streven naar de ‘totale genezing’, het streven naar een leven zonder ziekte, kan het omgaan met lijden en ziekte (vooral chronische ziekte) bemoeilijken. De exclusieve aandacht verlamt andere mogelijkheden van behandelen.
Lijden aan de geneeskunde door exclusief disease perspectief
Er is lijden in de geneeskunde, maar ook een lijden aan de geneeskunde: we leven in een maatschappij waarin de geneeskundige beelden en voorspellingen over chronische ziekten (sickness perspectief) de patiënt niet helpen om een goed leven te hebben mét de ziekte. Vandaar dat ik pleit voor een Bijsluiter van de geneeskunde©. De bijsluiter zou onder het kopje ‘Bijwerkingen’ het volgende kunnen bevatten: “Een exclusief disease-perspectief op uw ziekte komt met een prijs: Het kan u hinderen in een heilzame omgang met uw chronische ziekte, het kan een goed leven met de chronische ziekte in de weg zitten. Vraag uw arts om u en uw gezin te helpen om een optimaal leven te hebben.” Soms moeten we de ziekte als disease tussen haakjes zetten, en de patiënt helpen weer deel te nemen aan het leven. Hippocrates zei het al zo mooi: “Het is belangrijker welke mens de ziekte heeft, dan welke ziekte de mens heeft”.
Revalidatiegeneeskunde als voorloper
De revalidatiegeneeskunde kan een sleutelrol spelen, want het is een scharniervak waar disease, illness en sickness samenkomen. Het ICF model komt hier niet voor niets vandaan. De revalidatiegeneeskunde lijkt bij uitstek geschikt om een bijdrage te leveren aan de bijsluiter van de geneeskunde. De revalidatiegeneeskunde als voorloper in geneeskunde, hopelijk houdt het zelfbewustzijn en de eigenwaarde van de revalidatiegeneeskunde hiermee gelijke tred.
Baziel van Engelen, geboren te Eindhoven in 1957, is neuroloog en filosoof. Sinds mei van dit jaar is hij emeritus hoogleraar neuromusculaire ziekten in het Radboudumc en de Radboud Universiteit. Daarvoor was hij hoofd van het Spierziekten Centrum Radboudumc bestaand uit verpleegkundigen, artsen, paramedici en onderzoekers van de afdelingen Neurologie, Revalidatie en Kindergeneeskunde. Zijn focus ligt op bedside-to-bench translationeel onderzoek van neuromusculaire ziekten in het bijzonder myotone dystrofie (Steinert Award, MD Foundation USA) en Facioscapulohumerale dystrofie (Engel Award, Patiëntenorganisatie Spierziekten Nederland). Hij bekleedde verschillende bestuurlijke functies in nationale en internationale organisaties (o.a. wetenschappelijk directeur European Neuromuscular Centre) op het gebied van onderzoek en zorg. Hij heeft ruim 700 wetenschappelijke artikelen gepubliceerd, heeft nog een 25-tal lopende promotietrajecten, is lid van de Academia Europaea en sinds 2018 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.